CREA methode

Doel van intervisie
Het doel van intervisie is het ontwikkelen van  professionele vaardigheden door het gestructureerd bespreken van praktijksituaties/casuïstiek met collega’s. Intervisie bevordert de gezamenlijkheid en de collegialiteit en leidt tot inzicht in het eigen handelen.
De deelnemers leren om kritische vragen te stellen waardoor vaak anders naar een situatie bekeken wordt. Door het geven en ontvangen van feedback en adviezen kan het functioneren verbeterd worden.

Bij intervisie staat het verkrijgen van zelfinzicht centraal en niet het vinden van een praktische oplossing.

Voorwaarden voor intervisie
Om intervisie goed te laten verlopen zijn randvoorwaarden nodig, denk daarbij aan veiligheid, gelijkwaardigheid, privacy, actieve deelname, vragen stellen en luisteren zonder oordeel.
Tijdens de startbijeenkomst worden de randvoorwaarden gezamenlijk vastgesteld: hoe gaan we tijdens de intervisiebijeenkomsten met elkaar om en wat vinden we belangrijk om af te spreken?

Werkwijze
Tijdens de intervisiebijeenkomsten wordt gebruik gemaakt van het intervisiemodel:    ‘Collectieve reflectie en eigen actie’ (zie onder voor het stappenplan). Bij deze methode brengt een deelnemer een praktijksituatie (ervaring, gebeurtenis) in. Door het bespreken van deze situatie en met  de feedback en adviezen van collega’s kan besloten worden om soortgelijke situaties effectiever aan te pakken (gedragsverandering).

Voorbereiding
Denk vooraf na over een casus of situatie die je zou willen inbrengen tijdens de intervisiebijeenkomst.  Het is handig als je deze zo concreet mogelijk kunt beschrijven: Wat is er gebeurd, wanneer, wie waren erbij betrokken etc.? Bedenk ook vast op welke vraag je antwoord zou willen krijgen: Hoe Kan Ik…. ? (De HKI-vraag). Deze vraag vormt gedurende de intervisie de rode draad en is een houvast voor alle deelnemers. Een goede intervisievraag is afgebakend, persoonlijk, open geformuleerd.

Afgebakend: Waar zit de inbrenger het meest mee?
Persoonlijk: Wat zegt deze casus over jou? Wat wil je over jezelf onderzoeken?
Open: Er zijn meerdere antwoorden mogelijk

Bij intervisie gaat het niet om het bespreken van vakinhoudelijke interessante casuïstiek. Een geschikte situatie is iets waar je mee zit, waar je over blijft nadenken en meer over wilt begrijpen. Het kan gaan over de interactie  met collega’s, patiënten/cliënten, je supervisor of leidinggevende. Het kan ook gaan om meer algemene zaken zoals de invulling van je takenpakket, werk-privé balans, een moreel dilemma of de afhandeling van een klacht.

Het intervisiemodel ‘Collectieve reflectie en eigen actie’:

Eerste fase: Verkennen

Stap 1: Inventarisatie en kiezen van de casus
Alle deelnemers vertellen in het kort over de meegebrachte casus. Vervolgens wordt door de groep besloten welke casus besproken gaat worden.
Urgentie gaat voor! Het kan zijn dat één van de deelnemers graag wil dat zijn/haar casus wordt besproken omdat deze actueel is en hij/zij graag feedback en adviezen wil om direct mee aan de slag te kunnen gaan.

Stap 2: Beschrijven van de casus
De uitgekozen casus wordt uitgebreid toegelicht door de “inbrenger”. Deze legt gedetailleerd en zonder onderbrekingen uit wat de situatie is en formuleert de HKI-vraag (concreet, open, afgebakend en persoonlijk).

Stap 3: Feitelijke context verhelderen
De deelnemers stellen vragen om feiten te verhelderen die belangrijk zijn om de intervisievraag in de juiste context te plaatsen.

Tweede fase: Verdiepen

Stap 4: Associatiemoment en bedenken van beginvragen
De deelnemers noteren kort voor zichzelf welke associaties en beginvragen deze casus bij hen oproept. Bedenk wat je van de inbrenger zou willen weten? Hoe zou de inbrenger deze situatie hebben ervaren? Wat voelde, dacht, vond de inbrenger ervan? Wat motiveert de inbrenger en wat zijn zijn/haar normen en waarden?

Stap 5: Gezamenlijk exploreren
Alle deelnemers krijgen de gelegenheid om hun open vragen te stellen om duidelijkheid te krijgen over de situatie en om erachter te komen wat er eigenlijk speelt bij de inbrenger.

~ Pas gespreksvaardigheden toe: Luisteren, Samenvatten en Doorvragen. Wees kritisch: geeft de inbrenger echt antwoord op de vraag of praat deze eromheen?
~ Stel vragen en luister zonder oordeel: NIVEA = Niet Invullen Voor Een Ander.
~ Geef nog geen oplossingen of adviezen en stel geen suggestieve vragen

Door het stellen van goede, kritische open vragen waarmee ook onder de oppervlakte gekeken wordt (wat is er echt aan de hand?) kan tot een heldere analyse van de situatie gekomen worden, waarop de  feedback en adviezen goed aansluiten.

Derde fase: Samenvatten en analyseren

Stap 6: Samenvatten en evt. herformulering van de HKI-vraag
De inbrenger vat de eigen antwoorden samen. Wat is de essentie? Is de HKI-vraag nog relevant? Deze wordt zo nodig bijgesteld.

Stap 7: Casusbespreking door de groep
De inbrenger ‘verlaat’ de groep door met zijn/haar rug naar de groep toe te gaan zitten. Hij/zij luistert en noteert zo nodig wat er gezegd wordt. De groepsleden bespreken de casus en de rol van de inbrenger bij de situatie. Er worden nog geen oplossingen en adviezen geformuleerd.

Vierde fase: Praktisch vertalen

Stap 8: Advies
Alle deelnemers formuleren hun feedback, adviezen, persoonlijke suggesties op papier en brengen dit daarna om de beurt over aan de inbrenger. Deze luistert maar reageert nog niet.

Stap 9: Reactie van de inbrenger
De inbrenger deelt inzichten en geeft aan hoe hij/zij met een soortgelijke situatie zou willen omgaan. Wat zou een specifiek aandachtpunt kunnen zijn, of een concreet voornemen? Tot slot doet de brenger een VGI-uitspraak = Voortaan Ga Ik………

Stap 10: Delen van inzichten
Alle deelnemers delen hun inzichten.